Wutai Shan, China

TEMPEL HOPPING IN WUTAI SHAN

Verlangend naar een plek waar je even bij kunt komen van de drukte, de hitte, de smog en de hectiek van Beijing, zit je al snel in de bus naar Wutai Shan. Frisse berglucht, sierlijke tempels, een vredige en spirituele sfeer; dat zijn wel zo'n beetje de kenmerken van dit gebied. Maar nu vergeet ik voor het gemak even de zeven uur durende hellerit ernaartoe ­ over slingerende bergwegen, langs vervuilende kolenmijnen, urenlang wachtend in een eindeloze file van ronkende vrachtwagens... En dat doe ik niet voor niks, want Wutai Shan blijft een bezoek meer dan waard.

Wutai Shan

Manjushri's aardse woonplaats

Wutai Shan behoort tot de eerste plekken in China waar het Boeddhisme voet aan de grond kreeg en geldt tegenwoordig als een van de vier heilige berggebieden van China. Elk van deze vier heiligdommen is gewijd aan een belangrijke bodhisattva: een verlichte die het boeddhaschap nog niet wil accepteren, en er liever voor kiest aardse wezens te helpen om het nirvana (de verlichting) te bereiken. Het begon allemaal met een Indiase monnik die een paar decennia na de geboorte van Christus tijdens een bezoek aan Wutai Shan een visioen zou hebben gehad waarin hij Manjushri, de bodhisattva van de wijsheid, ontmoette. Sindsdien staat het gebergte bekend als Manjushri's aardse woonplaats. In de tientallen tempels vind je beeltenissen van de grote bodhisattva: zittend op een leeuw, met in de vrouwelijke linkerhand een boek over de wijsheid en in de mannelijke rechterhand een zwaard om met de onwetendheid af te rekenen.

Wutai Shan

Eeuwenlang gold het gebied als een van de belangrijkste bedevaartsoorden van Azië. Vooral tijdens de Tang dynastie (vanaf de 7e eeuw), toen er meer dan tweehonderd tempels in de vallei stonden, kwamen de monniken en pelgrims van heinde en verre, van Japan tot India. Deze bloei werd helaas gevolgd door een periode (9e eeuw) waarin het Boeddhisme officieel werd veroordeeld en alle tempels het moesten ontgelden. Pas tijdens de Ming dynastie stond er weer een keizer op die interesse toonde voor Wutai Shan; een tweede golf van populariteit volgde. Ditmaal kwamen vooral Tibetanen en Mongolen naar het gebied, want Manjushri vervult in hun beleving van het Boeddhisme een speciale rol. De Culturele Revolutie vormde opnieuw een bedreiging, maar gelukkig was het gebied toen nog zo moeilijk toegankelijk dat de Rode Wachters van Mao Zedong er niet veel hebben kunnen uitrichten.

 

Gebergte van vijf terrassen

Vandaag de dag zijn het niet alleen de pelgrims die komen. Nee, vooral de toerist heeft het gebied ontdekt. En dan bedoel ik niet de westerse toerist – wij hebben er slechts enkele gespot tijdens ons vijfdaagse verblijf. Ik bedoel de Chinezen zelf, die in het hoogseizoen massaal deze kant op komen. De straten van Taihuai – het centraal gelegen dorp waar (bijna) alles om draait – zijn dan verstopt met bussen die de bezoekers enkele minuten tijd gunnen bij de ene tempel, om ze vervolgens naar de andere tempel een paar meter verderop te vervoeren. De Chinees houdt óf niet van lopen, óf niet van tijd verspillen met lopen. Toch is het gebied rustig te noemen, vooral in vergelijking met andere delen van China. Wanneer je je even buiten de gebaande paden waagt, kom je geen levende ziel meer tegen.

Wutai Shan

Wutai Shan betekent letterlijk ‘gebergte van vijf terrassen’. Want temidden van de deels beboste, deels kale bergen met een gemiddelde hoogte van tweeduizend meter, zijn het met name de vijf heilige toppen die alle aandacht krijgen. De Noord Piek is met zijn 3058 meter de hoogste en wordt het meest bezocht. Maar ook de Zuid, West, Oost en Centrale Pieken met hun kale, winderige toppen – elk voorzien van een klein tempeltje – zijn geliefde bestemmingen. Die hard pelgrims bewandelen ze alle vijf. Tourbussen vertrekken regelmatig van Taihuai, dat op een hoogte van 1680 meter ligt, naar de Noord Piek, maar volgens zeggen is de Zuid Piek de allermooiste.

Honderdacht

Achtennegentig, negenennegentig, honderd... we tellen de treden tijdens de klim naar de Pusa Ding; het zouden er honderdacht moeten zijn, maar wéér klopt het aantal niet. We begrijpen het wel, het is mooi om vast te houden aan het magische getal 108: het aantal kralen van de Boeddhistische rozenkrans. Elke kraal werpt een mantra de lucht in. Van de meeste tempels in Wutai Shan wordt beweerd dat honderdacht treden naar hun poorten leiden. Ze stellen de 108 zorgen van de mensheid voor. Met elke stap een zorg lichter. Er wordt zelfs gezegd dat er 108 tempels staan in Wutai Shan, een getal dat echter ruimschoots aan de waarheid voorbij gaat. Met de vermoeiende klim naar het Dailuo Terras kun je je zorgen maar liefst tien maal honderacht keer wegwerken – het zouden 1080 treden moeten zijn. De monniken en pelgrims maken hier dankbaar gebruik van en kruipen letterlijk op hun knieën naar boven: twee passen vooruit, een pas achteruit. Pauzerend om te bidden bij elke trede. Het ziet er ongelooflijk afmattend uit. Maar hen wacht wel een prachtig uitzicht op het dorp, de bergen en – als het weer meezit – de besneeuwde toppen van de Noord Piek. De talloze souvenirstalletjes aan de voet van de steile trappen zie je hier in miniatuur terug.

Wutai ShanVan de vele (het exacte aantal verschilt met elke nieuwe bron van informatie) tempels in Taihuai, is de Xiantong Tempel de grootste en tevens een van de oudste. Hier vind je in de Hal van Manjushri een prachtige voorstelling van de bodhisattva: met maar liefst vijftien gezichten en duizend armen! Bovendien kun je er in het paviljoen niet minder dan tienduizend kleine boeddha's bezichtigen. Maar het ultieme symbool voor Wutai Shan is de witte stoepa van de Tayuan Tempel. De stoepa steekt ver boven alle andere tempels uit en domineert de skyline van het dorp. Pelgrims komen hier in grote getale om een slinger te geven aan de gebedsmolens onderaan de stoepa. Nonnen, monniken, lama's; ze komen vaak van ver. Van Japan, Thailand, Nepal, Korea etcetera. Alle tempels zijn nog steeds in bedrijf en je kunt de kaalgeschoren monniken in hun oranje of donkerrode gewaden hun rondes zien lopen.

Kasten van hotels

Ook de Nanshan Tempel maakt grote indruk op ons. Deze robuuste tempel ligt ongeveer twee kilometer ten zuiden van het dorp en is gebouwd op zeven terrassen. In elke zaal vind je totaal van elkaar verschillende en buitengewoon indrukwekkende beelden, zoals de achttien arhats (verlichte leerlingen) van klei of de witte marmeren beeltenis van de vrouwelijke Guanyin, aan wie pas getrouwde stellen een offer brengen in de hoop op een zoon.Wutai Shan

Behalve de vele tempels in Taihuai zijn er nog een twintigtal te vinden in de omliggende bergen. Toch moet ik tot slot bekennen dat het aantal hotels niet onderdoet voor het aantal tempels – het zijn er misschien wel tien maal zoveel. De goedkope guesthouses met bedompte, vochtige kamertjes zijn direct ten noorden van het dorp te vinden, evenals de simpele restaurantjes en stalletjes waar van alles te krijgen is, van souvenirs tot kleine hapjes. Een groot contrast hiermee vormt de kilometers lange rij hotels die even ten zuiden van het dorp aan de overkant van de Qingshui rivier begint. Kasten van hotels zijn het, die gek genoeg buiten het zomerseizoen en de nationale feestdagen bijna allemaal gesloten zijn.
Eén nacht in een kil kamertje, waar na het nemen van een (koude!) douche de hele vloer in de slaapkamer onderloopt, leert ons dat we beter meteen voor iets beters hadden kunnen gaan.

© 2009, Monique van Gaal
Eerder gepubliceerd in Azië Magazine, jun/jul/aug 2010.

 

Zie ook: China Startpagina