DUITSLAND AAN DE CHINESE KUST
"Grote stad? Welnee!" roept de Chinese zakenman breed lachend uit, "Qingdao is voor onze begrippen maar een heel klein plaatsje hoor!" Nou, daar zijn wij het stilletjes hartgrondig mee oneens. Noem een stad met ruim 2,5 miljoen inwoners maar eens klein! Qingdao is de laatste jaren sterk gemoderniseerd en is nu tevens gezegend met een fantastisch snelle treinverbinding met Peking. Met 250 kilometer per uur schiet de witte CRH-trein door het landschap en we doen nog geen zes uur over de rit. Dat is een winst van ruim vier uur vergeleken met de oude treinverbinding.
De overhaaste opmars van deze metropool had alles te maken met de Olympische Zomerspelen van 2008: alle zeilevenementen vonden in Qingdao plaats. Een opvallende keuze, want er zou hier maar weinig wind staan en bovendien werd de kust juist geplaagd door een explosieve groei aan groene algen.
Mierenhoop aan badgasten
Qingdao staat op ons programma, omdat wij tijdens onze reis door China toch ook even de zee willen zien. Het is hartje zomer; aan het strand hopen we wat verkoeling te vinden. Maar laat ik meteen maar verklappen dat het strand van Qingdao niet veel voorstelt...
Hoewel de inwoners van Qingdao (bijna) geen Engels spreken, hebben de stranden de bizarre namen "No 1 Bathing Beach", "No 2 Bathing Beach" en ga zo maar door tot nummer 6 - het strand in de oude centrum - gekregen. Alle zes de stranden zijn in de maanden juli en augustus één onafzienbaar grote mierenhoop aan badgasten en ze komen dan ook geenszins in aanmerking voor lekker zonnebaden of een baantje zwemmen in zee. Eerder vormen ze het decor voor een doorlopend spektakel dat erom vraagt aanschouwd te worden. Sterker nog: je kunt je ogen er niet meer van af houden.
Bussen vol Chinezen die allemaal tegelijk op vakantie zijn in eigen land, van heinde en verre komen op zoek naar de frisse zeelucht, en van elke vierkante meter strand bezit hebben genomen. Verbazingwekkend veel Chinezen die, omdat zij niet kunnen zwemmen, in bonte zwembanden ronddobberen en niet verder dan een paar meter de zee in durven. Ook het anti-haaiennet getuigd van de voorzichtigheid van de Chinees. Niet erg uitnodigend, maar wel een lust voor het oog om naar te kijken vanaf de hoger gelegen boulevard. Gelukkig wordt het teveel aan Chinese vakantievierders weer goed gemaakt door de opvallende afwezigheid van Westerse toeristen: we zien er welgeteld drie gedurende ons vijfdaagse verblijf.
Om toch wat te kunnen zwemmen kiezen we er op een dag voor de bus te nemen naar een uithoek van de stad, het strand van Shilaoren, op een uurtje rijden buiten het centrum. Ook Shilaoren ligt aan de voet van een woud aan hoogbouwflats, maar het strand is veel breder, er is plek voor iedereen en het water is hier een stuk schoner. Op de rotsachtige delen zien wij families voorovergebogen staand op zoek zijn naar iets. Elke steen wordt opgetild. Zij laten ons de inhoud van hun emmertje zien: minuscule krabbetjes bevolken de bodem.
Minst Chinese stad van China
Nog een reden om onze interesse voor deze stad te wekken, is het feit dat Qingdao te boek staat als de minst Chinese stad van China. Ja, de stad zou zomaar in Duitsland kunnen liggen. Qingdao (dat "groen eiland" betekent) was nog maar een klein vissersdorpje toen hier in1897 twee onfortuinlijke Duitse Missionarissen werden vermoord. In een tijd dat het Chinese keizerrijk uiteen dreigde te vallen, was dit reden genoeg voor de Duitse Keizer Wilhelm II om direct troepen te sturen en het gebied te bezetten. Qingdao werd een ligplaats voor de Duitse vloot. Het duurde niet lang of er werd hard gewerkt aan uitbreiding van de stad. Er kwam een hotel, een gouverneurswoning en uiteraard kon een brouwerij niet ontbreken. Tsingtao (de wijze waarop de Duitsers de naam uitspraken en daarmee de oude naam van de stad) bier werd volgens Duits recept gebrouwen en is vandaag de dag het meest gedronken bier in heel Azië. Maar destijds werd het bier exclusief voor de tienduizenden in Qingdao gelegerde marinesoldaten gebrouwen.
Uiteindelijk werden de Duitsers in 1914, met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, door de Japanners verjaagd. Op hun beurt werden de Japanners in 1922 weer door de Chinezen buiten de deur gezet, om vervolgens de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog weer in handen te krijgen. Met de komst van de communisten in 1949 werd Qingdao definitief weer bij China gevoegd. Tijdens de Culturele Revolutie werd het weer even spannend. Terwijl de Rode Wachters van Mao Zedong van 1966 tot 1976 overal in China de totale vernietiging van hun eigen culturele erfgoed in gang hadden gezet, bleef de unieke architectuur van Qingdao wonder boven wonder bespaard om het simpele feit dat de wachters het in hun broek deden voor de hier gelegerde militairen. Wel kregen ze het voor elkaar de kruisen van de torens van de katholieke kerk af te slaan, maar deze werden door de Godvrezende bevolking van Qingdao gered en verstopt in de bergen.
Interessant stukje geschiedenis
Ondanks dat de moderne stad in zo'n gruwelijk rap tempo oprukt en de eindeloze rijen hoogbouw elk jaar weer in aantal toenemen, presenteert met name het oude centrum een interessant stukje geschiedenis. En het centrum is bovendien zó klein, dat je alles gemakkelijk te voet kunt bekijken. Hier vind je niet alleen het prachtige oude treinstation, maar ook de katholieke kerk, de protestantse kerk, de oude vuurtoren en de pier met het sierlijke Huilan paviljoen. Even buiten de stad, aan de rand van het uitgestrekte Xinhaoshan Park, bevindt zich het Qingdao Ying Binguan, de excentrieke Duitse gouverneurswoning die eigenlijk meer weg heeft van een Beiers kasteel. Toen Keizer Wilhelm II de rekening voor de bouw van deze woning onder ogen kreeg, schrok hij zo van het buitensporige bedrag dat hij de zittende gouverneur op staande voet ontsloeg. Nu staan de bedden in de slaapkamers er nog net zo bij als toen Mao Zedong hier logeerde met zijn familie in 1957; de woning deed in die tijd dienst als staatshotel.
Ook in dit park bevindt zich op het hoogste punt de Mógu Lóu, een observatorium in de vorm van rode paddestoelen waarin je vanaf een ronddraaiend platform een geweldig uitzicht van 360 graden hebt op de stad. Maar de stad is er één van vele parken. Een van de mooiste is het heuvelachtige Taipingshan Park, waar tevens de grootste tempel van Qingdao te vinden is, de Zhanshan tempel, een enorm complex met een overvloed aan boeddhistische beelden, gebedsruimtes en gebedsmolens.
Een bezoek aan de Tsingtao Brouwerij No. 1 is een must. Hier zie je niet alleen hoe het bier vroeger gebrouwen werd, maar tevens kun je lopend door een glazen gang, een blik werpen in de fabriek zoals die nu nog draaiende is. Als vanouds wordt het bier gebrouwen met het heldere mineraalwater uit de Lao Shan bergen. Sinds 1991 wordt er zelfs jaarlijks een bierfestival georganiseerd, in navolging van de traditie zoals die in München in ere wordt gehouden. In de straat, de Dengzhou Lu, vind je volop cafés en bars, en deze wordt dan ook niet voor niks de "bierstraat" genoemd. Tsingtao bier is ook in Nederland verkrijgbaar.
Behalve bier, heeft Qingdao alles te bieden op het gebied van seafood. Voor de talloze eetstalletjes liggen rijen gekleurde plastic bakken op de stoep waarin verschillende - buitenaards vreemde - wezens krioelen tot je ze komt uitkiezen voor een maaltje. Ook in de ondergrondse markt in het oude centrum vind je behalve schelpen, sieraden, fruit, speelgoed en slippers ook heel veel levend spul. Uiteraard lopen wij Nederlanders weer over van de medelijden, vooral om die schattige levende schildpadjes die per volle plastic zak worden verkocht. En we vragen ons af, zal het ooit wennen?
INFORMATIE:
Qingdao is een havenstad op ca. 900 kilometer ten zuidoosten van Peking, gelegen aan de Gele Zee in de provincie Shandong. Met de CRH (China Railway High speed) trein vanaf Peking ben je er in minder dan 6 uur. Tip: Boek in het hoogseizoen je treinticket ruim vantevoren. Wij kochten het ticket voor de heenreis een dag vantevoren en konden geen stoelen meer krijgen - dan zit er niks anders op dan in de gang op je rugzak neer te zakken. De trein vertrekt vanaf het enorme Zuid Station van Peking, dat veel weg heeft van een luchthaven. Een enkele reis met de CRH-trein kost 275 RMB (Yuan), dat is gelijk aan ca. 27,50 Euro.
Qingdao heeft een uitgebreid buslijnennet, maar vooral het verkeer in de smalle straten van het centrum zit geregeld vast. Afstanden zijn enorm en een ritje met de bus kan veel tijd in beslag nemen.
Het is mogelijk te overnachten in het eerste hotel dat door de Duitsers in Qingdao werd gebouwd. Het vroegere Prins Heinrich Hotel heet thans het Zhan Qiao Hotel, en is mooi gelegen aan de boulevard in het oude centrum.
© 2009 Monique van Gaal
Eerder gepubliceerd in Azië Magazine, jun/jul/aug 2010.