Van koninklijk wildpark tot eerste nationaal park van Nederland
Het begon allemaal zo'n honderd jaar geleden met het in de verkoop gezette landgoed Hagenau. Bewoners van de omliggende dorpen waren in rep en roer om de angst dat een nieuwe eigenaar vast en zeker voor de lucratieve houtkap zou gaan. In een verwoede poging het bos te redden van de ondergang werd er contact gezocht met de Vereniging Natuurmonumenten. En met succes: in 1911 werd Hagenau hun eigendom. Toch had waarschijnlijk niemand op dat moment kunnen bevroeden dat dit mooie gebied zou uitgroeien tot het allereerste nationale park van Nederland, de Veluwezoom.
On-Nederlands landschap
Nationaal Park Veluwezoom is met een oppervlakte van ruim 5000 hectare het grootste gebied van Natuurmonumenten in Gelderland. Maar liefst tweederde van het park bestaat uit bos, voor het overige vind je hier vooral heide en zandverstuivingen. Het park staat vooral bekend om het unieke reliëfrijke landschap dat ontstaan is tijdens de ijstijden, toen enorme ijsmassa's over het land schoven en zo de zandgronden voor zich uit duwden. Hierdoor zijn enorme stuwwallen opgeworpen die met hun aanzienlijke hoogtes eigenlijk een heel on-Nederlands beeld vormen. Met 110 meter is de Signaal Imbosch het hoogste punt. De Veluwezoom kreeg in 1930 als eerste natuurgebied in Nederland de status van nationaal park, terwijl men in 2011 reeds het 100-jarig jubileum van de eerste grondaankoop kon vieren.
Vogelenpiet
Met de aanschaf van Hagenau was het niet plotsklaps afgelopen met de boskap: ook de leningen van Natuurmonumenten moesten worden afgelost met de verkoop van bomen. De verantwoordelijkheid voor het landgoed kwam in handen van Mr. P.G. van Tienhoven. 'Vogelenpiet' - zijn eervolle bijnaam - had zo zijn eigen ideeën over bosbeheer, ideeën die hopeloos in strijd waren met die van de Wageningse bosbouwwetenschap. Terwijl de wetenschap vast overtuigd was van de voordelen van een monotoon bos, begon Van Tienhoven direct na de aankoop van Hagenau te experimenteren met gemengde beplantingen om het bos wat minder saai te maken. Het werd een groot succes en alles groeide en bloeide zoals hij dat had gehoopt. Zijn trots was dan ook groot toen de wetenschappers te Wageningen na 25 jaar (!) hun nederlaag erkenden en er een verzoek kwam om in dit prachtige gemengde bos een studentenexcursie toe te staan.
Ook wij wagen ons aan een wandelexcursie door de bossen van Hagenau. Vanaf de parkeerplaats bij Dieren volgen we de blauwe pijltjes tot aan de Carolinahoeve, thans een gezellig pannenkoekenhuis. Enkele Schotse Hooglanders liggen lekker lui te zijn op de weide. Het is een koude dag, en ondanks dat het nog best vroeg is en we nog maar net op weg zijn, kunnen we het niet nalaten alvast een warme kop koffie en een pannenkoek te scoren.
Majestueuze jachtweg
Dan volgt in zuidelijke richting de rode wandelroute door de Onzalige Bossen, een gebied dat in 1933 aan het nationaal park werd toegevoegd. Zowel Hagenau als de Onzalige Bossen maakten deel uit van het wildpark dat Prins Willem II in de 17e eeuw liet aanleggen ten behoeve van de jacht. De wandeling begint meteen goed: pal achter de Carolinahoeve daalt het pad steil af langs de imposante Koningslaan - een door torenhoge beuken geflankeerde laan die door de prins was aangelegd om zijn jachtverblijven aan de rand van de Veluwezoom met elkaar te verbinden. Waren het vroeger nog de koninklijke jachtstoeten die zich over dergelijke majestueuze jachtwegen verplaatsten, nu zijn het wandelaars zoals wij.
We komen langs de prachtige boerderij De Haverkist, ooit de woning van een wel zeer markante man, Daan Modderman. Met zijn excentrieke voorkomen en humoristische uitspraken oogstte hij altijd zóveel bekijks, dat hij menigmaal in tv-programma's heeft mogen verschijnen, zoals in Showroom. Ook knecht Heppie was een opvallend figuur; Simon Carmiggelt schreef menig kronkel over hem in Het Parool. Dan voert de wandelroute weer terug naar de Carolinahoeve, alwaar we voor de tweede maal op zoek gaan naar de blauwe pijltjes om terug bij de auto te geraken. Met enige fantasie kun je zeggen dat deze hele negen en half kilometer lange wandeling de vorm van een 8 heeft. Het bovenste bolletje van de 8 bestaat uit de blauwe route, het onderste bolletje uit de rode route, met op het kruispunt de strategisch gelegen Carolinahoeve.
Nare insecten
Terwijl het bos er thans heel natuurlijk uitziet, was dat een eeuw geleden wel anders. In die tijd was het namelijk niet de bedoeling dat een bos er slordig bijlag. Nee, bosbezitters waren zelfs verplicht om na elke storm de troep weer op te ruimen. Men was bang dat nare insecten anders de overhand zouden krijgen of dat mensen over een tak zouden struikelen en gewond zouden raken... Maar toen er zo'n veertig jaar geleden enkele stormen achter elkaar over het gebied heen raasden en het eigenlijk dweilen met de kraan open was, kon Natuurmonumenten onmogelijk nog aan die verplichting voldoen. Geheel onbedoeld kreeg de natuur opeens de kans zich naar eigen inzicht te ontwikkelen. Vreemde mossen begonnen te groeien op dood hout en tientallen soorten insecten doken op, zelfs keversoorten die al jarenlang niet meer waren gesignaleerd in Nederland. Hierdoor ging men ineens heel anders tegen behoud van de natuur aankijken, en grepen vooral wetenschappers deze geweldige kans aan om de natuur in werking te zien zonder al die menselijke ingrepen. Want het landschap in deze regio werd van oudsher eigenlijk altijd door toedoen van de mens bepaald. Bomen werden gekapt om te dienen als brandstof of bouwmateriaal, waardoor bossen veranderden in heidevelden of stuifzanden. Ook overbegrazing door schapen droeg bij aan de kaalslag. Op een gegeven moment - we spreken dan over de Middeleeuwen - was er bijna geen boom meer over. Vandaag de dag laat men het gebied het liefst met rust, zozeer zelfs dat vergrassing dreigt. Daarom grazen hier sinds 1982 uitheemse Schotse Hooglanders die samen met de eveneens geïntroduceerde IJslandse paarden het natuurgebied in stand moeten houden.
Buitenplaatsen en kastelen
De volgende dag kiezen we - na een kort bezoek aan kasteel Middachten in het dorpje De Steeg - voor de negen kilometer lange, gele route met de naam 'Herikhuizen', die begint bij het bezoekerscentrum van de Veluwezoom. Op zich geen grote afstand, maar door de buitengewoon reliëfrijke aard van het pad loopt de totale wandeltijd toch aardig op: het is een voortdurend klimmen en dalen. Hier aan de vruchtbare zuidrand van het park werden na de Middeleeuwen een aantal elegante buitenplaatsen en kastelen met parkbossen aangelegd, die thans allemaal deel uitmaken van het park. We lopen door de fraaie, buitengewoon keurig onderhouden landgoederen Heuven en Beekhuizen, passeren de prachtige grote vijver - grotendeels nog van een dikke ijslaag voorzien - met trapsgewijs aangelegde waterval, en volgen de oevers van de fotogenieke Beekhuizense beek. Een verrassend afwisselend landschap. Tegen het einde van de wandeling lukt het ons nog altijd om gemeend enthousiasme op te brengen voor het uitzicht vanaf het observatieplatform aan de rand van de voormalige landbouwenclave Herikhuizen. De ruïne van de boerderij staat er verwilderd bij en wilde dieren houden zich goed voor ons verborgen.
Op onze laatste dag gaan we echter voor de herkansing om dieren in het wild te zien, en zoeken we een minder populaire wandelroute uit. Het wordt het vijf kilometer lange pad door de bossen van het Achterste Schaddeveld in het noorden van het park; een route die met rode pijltjes wordt aangegeven. En zo kon het zomaar gebeuren dat wij op onze wenken werden bediend en opeens oog in oog kwamen te staan met de woedende blik van Moeder Zwijn en haar vijf crèmekleurige kindjes!
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen/accommodatie
Nationaal Park Veluwezoom wordt omringd door de A50 (in het westen), de A12 (zuidwesten) en de A348 (zuidoosten) en is op tal van plekken toegankelijk. Het bezoekerscentrum, startpunt van de meest bewandelde paden, bevindt zich op korte afstand van het treinstation van Rheden. Ook in Velp en Dieren zijn treinstations. De wandeling die wij maakten rond de Carolinahoeve is te bereiken via de parkeerplaats aan de Kolonieweg te Dieren (blauwe route) of parkeerplaats Lappendeken (rode route). De wandeling in het Achterste Schaddeveld is te bereiken via de Schaapsallee bij het dorp Laag-Soeren. Wij verbleven in bungalowpark Landal Coldenhove van Landal Greenparks dat middenin de uitgestrekte bossen bij Eerbeek (noordelijk deel van de Veluwezoom) is gelegen.
Wandelen
Behalve de beschreven wandelingen zijn er tal van wandelroutes uitgezet die alle zeer goed worden aangegeven met gekleurde pijlen op houten paaltjes. De talrijke routes in het zuiden van het park worden het drukst bezocht, en ook het bezoekerscentrum en Paviljoen de Posbank vormen populaire trekpleisters. In de weekenden en op feestdagen kan het hier zelfs iets te druk zijn. Daartegenover staat dat het in het oosten en noorden van het park doorgaans aangenaam rustig is, wellicht ook doordat hier minder wandelroutes zijn uitgezet. Op kaart 05 Nationaal Park Veluwezoom en Deelerwoud van Natuurmonumenten zijn alle routes terug te vinden. De kaart is te koop via internet of in het bezoekerscentrum (ISBN 9789028725331, Euro 6,95/5,95 voor leden). De NS-wandeltocht ‘Veluwezoom‘ start bij treinstation Dieren. Men kan kiezen voor de 11 kilometer lange wandeling tot aan station Rheden, of voor de route van 14 kilometer naar station Velp.
© 2012, Monique van Gaal
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in Op lemen voeten, 2012-2.