Van een mysterieuze berg en een ontzagwekkende kloof
Onze rondreis van drie weken op het Italiaanse eiland Sardinië zou uiteraard voor een groot deel in het teken komen te staan van luieren op idyllische stranden onder een hete zon of snel verkoeling zoeken aan de rand van het zwembad na elk bezoek aan een bezienswaardigheid. Nee, hartje zomer is niet de meest geschikte tijd om er eens lekker op uit te gaan voor een wandeling. Met temperaturen van rond de 38 graden, waterflessen die in een mum van tijd op zijn en felle zonnestralen die meedogenloos op je hoofd worden afgevuurd, is de lol er al gauw af. Toch willen wij ze niet missen: de twee meest spectaculaire wandelingen van het eiland. Een houten wegwijzer geeft ze al aan: ga rechtsaf om oog in oog te staan met een uiterst mysterieuze berg, of linksaf voor een onderdompeling in een van 's werelds meest ontzagwekkende kloven.
Klingelende koeienbel
Bij het toeristenbureau in Cala Gonone hadden we een kaartje van de wandeling naar Tiscali meegekregen. Een eitje, dachten we nog. Maar nu we hijgend en zwetend tegen de steile bergwand opklauteren en er geen einde aan de klim lijkt te komen, denken we er toch wel even anders over. Het landschap is prachtig, dat wel. De ruige, grijze, ronde bergtoppen van het Supramonte gebergte omringen ons, maar genieten van het uitzicht is er voorlopig even niet bij. Na de lange klim volgt een heerlijk stuk vlak pad door het schaduwrijke bos, waar we even op adem kunnen komen. Maar dan volgt de laatste steile rotswand; het is echt afzien in deze overweldigende hitte. Niet minder dan drie uur doen we er over om de berg Tiscali te bereiken, terwijl er volgens onze reisgids 1 uur en 45 minuten voor staat! Onze waterflessen zijn nagenoeg leeg en onderweg zijn wij helaas geen bronnen tegengekomen. Dat belooft een gortdroge terugweg.
Met behulp van touwen dalen we af naar het binnenste van de berg, terwijl het geklingel van de aan het touw bevestigde koeienbel weergalmt tot in de verste hoeken van de holte. Dit is een zogenaamde dolina, een karstgrot waarvan het dak miljoenen jaren geleden is ingestort. De bewaker die hier dag en nacht verblijft komt al aansnellen om ons de entreetickets te verkopen. Veel bezoekers ontvangt hij doorgaans niet, vertelt hij. We lopen wat rond in de grot en proberen ons een voorstelling te maken van wat zich hier ooit heeft afgespeeld.
Toevluchtsoord
De berg Tiscali herbergt waarschijnlijk de best verstopte nuraghe van Sardinië. Tussen 1800 en 500 voor Christus werden ze gebouwd: de typische ronde stenen torens die verspreid in het Sardijnse landschap staan. Op het hele eiland zijn wel 7000 nuraghi gevonden. Naar de nuraghe van Tiscali is tot op heden zo weinig onderzoek gedaan, dat het nog steeds niet bekend is waar de nederzetting toe diende en hoe de mensen hier hebben kunnen overleven. Het vermoeden bestaat dat de plek als toevluchtsoord werd gebruikt, om te ontkomen aan de Romeinen of andere vijandige lieden. Hoewel het droge Supramonte gebergte een aantal raadselachtige waterbronnen bevat zo hadden wij een paar dagen tevoren nog in het glasheldere water van de bron van Su Gologone (aan de voet van de bergkam) getuurd, ons afvragend waar al dat schone water toch vandaan komt? is men er zeker van dat er in Tiscali een tekort aan water heerste en permanente bewoning dus onmogelijk was. De overblijfselen van de twee groepen hutten tonen bovendien aan dat er in alle haast is gebouwd, en de huizen dus niet al te degelijk waren. Kortom, voorlopig is Tiscali een en al mysterie en dat is erg aanlokkelijk. Toch kost het grote moeite ons in te leven in de geschiedenis, wanneer wij langs de schijnbaar lukraak rondliggende rotsblokken lopen. Maar de locatie is werkelijk prachtig: overhellende rotswanden omsluiten ons, terwijl de door het kapotte dak priemende zonnestralen de ruïnes en de uitbundig aanwezige vegetatie in de schijnwerpers zetten. Het is al laat in de middag wanneer wij de terugtocht aanvaarden; naar beneden snellend leggen we deze af in, jawel!, exact 1 uur en 45 minuten, waarna wij onverwijld ons heil zoeken in het frisse water van de Riu Fluminedda.
Grand Canyon van Europa
Twee dagen later bevinden we ons weer op dezelfde plek, maar ditmaal keren we naar links bij de ons nu bekende wegwijzer. Vandaag is het zo mogelijk nóg heter, maar gelukkig voert de wandeling van twee uur (ca. 7 kilometer) naar de ingang van de kloof voor een groot deel langs de Fluminedda rivier en is het pad aangenaam vlak. Bovendien zorgen de bossen nu en dan voor schaduwrijke rustplekjes.
De Gola Su Gorruppu, ook wel de Grand Canyon van Europa genoemd, is met de tot 400 meter hoge rotswanden een van de diepste kloven van ons continent. Bij de ingang van de kloof wordt entree geheven, maar voordat we met de klim door de kloof beginnen plonsen we eerst even snel in het ijskoude water van een glasheldere poel. Het is moeilijk te geloven dat dit zo onschuldig ogende water deze geweldig diepe spleet in het berglandschap heeft kunnen uitslijten. De in de poel nieuw opgedane energie was broodnodig, want de klauterpartij door deze imposante kloof blijkt niet bepaald voor watjes! De bodem van de smalle doorgang ligt bezaaid met reusachtige witte rotsblokken waar wij ons keer op keer overheen moeten hijsen soms met behulp van touwen of door een nauw gat heen moeten zien te kruipen. Met elke stap vernauwt de kloof zich en komen de loodrechte en overhangende rotswanden steeds meer op ons af. Na een half uur ploeteren wordt de doorgang toch echt te nauw en te riskant, en is het zaak om terug te keren. Met het heerlijk schone water van de bronnen langs het pad vullen we de flessen nog maar eens bij en verlangen we alweer naar die niet te versmaden verkoelende duik in het water onder de brug.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Vervoer/verblijf
Wij voeren met Moby Lines van Livorno naar Olbia (een 6 uur durende vaart) en terug van Porto Torres in het noorden van Sardinië naar Genua (10 uur). Zie www.mobylines.nl. Wij kampeerden vijf nachten op de goed uitgeruste en ruim opgezette camping (met zwembad) van de kustplaats Cala Gonone. Zelfs in juli was het op deze camping nog vrij rustig en hadden wij een veld vol pijnbomen voor onszelf.
Naar het startpunt van de wandelingen
Cala Gonone is een gezellige, toeristische badplaats, prachtig gelegen aan de voet van de steile uitlopers van het Gennargentu Gebergte in het oosten van Sardinië. Van hieruit is het startpunt van de wandelingen gemakkelijk per auto te bereiken (er is geen openbaar vervoer). Rijd zigzaggend de berg op, de tunnel door, naar de hoofdweg met nummer SS125. Ga hier linksaf richting Tortoli en neem na een kilometer de afslag naar rechts richting Tiscali en de Gola Su Gorruppu. Na 20 minuten (ca. 11 kilometer) de kronkelende weg door de vallei te hebben gevolgd houdt de weg op en kan de auto geparkeerd worden. Steek de Sa Barva brug over de Riu Fluminedda over en je staat voor de wegwijzer die beide paden aangeeft.
De beste tijd voor een bezoek aan Tiscali en de Gola Su Gorruppu is het voor- of najaar. Wij maakten de wandelingen in juli, maar eigenlijk is de zomer wat te heet. Veel water meenemen, want alleen langs de route naar de kloof komt men tweemaal een bron tegen waar de flessen bijgevuld kunnen worden.
Lezen
Tijdens onze reis las ik met groot plezier het klassieke reisverslag van D.H. Lawrence: Sea and Sardinia. De Engelse schrijver vertelt hierin over de slechts negen dagen durende rondreis die hij in 1921 ondernam met zijn Duitse vrouw Frieda. De wereldberoemde schrijver vermaakt ons niet alleen met hun reisperikelen, maar voorziet deze tevens van ongewoon eigenzinnig en kritisch commentaar. Eigenlijk is dit boek van onschatbare waarde om de beeldende weergave van een tijd die nooit meer terug zal keren; het Sardinië van nu lijkt in geen enkel opzicht meer op het Sardinië van toen. De Engelse versie wordt nog steeds uitgegeven, maar voor de Nederlandse vertaling van dit boek (titel: "Naar Sardinië") moet men even gaan neuzen in tweedehands boekwinkels.
De in dit gebied geboren schrijfster Grazia Deledda (1871-1936) ontving in 1926 de Nobelprijs voor de Literatuur. Haar romans beschrijven voornamelijk het Sardijnse boerenleven van toen. "De oude uit de bergen" is het enige boek dat in het Nederlands is vertaald.
© Monique van Gaal
Dit artikel is eerder verschenen in het wandelmagazine Op Lemen Voeten, uitgave 2012-1.